- Opmerking 1: algemeen Artikel 50.
Wekowijzer 139 2017
Ook bij dit lastige artikel is geprobeerd door middel van een nieuwe benadering de toepassing gemakkelijker te maken. Het betreft dan informatie die wel of niet geoorloofd is.
De nieuwe benadering is uitgewerkt in 50E. Zolang de strafkaart op tafel ligt is alle informatie voor iedereen geoorloofd. Maar 50E4 is dan mogelijk nog wel aan de orde om genoten voordeel door de overtredende partij uit het zien van de strafkaart weg te kunnen nemen.
Als de strafkaart niet meer op tafel ligt zijn er twee mogelijkheden:
- Hij is al gespeeld. In dat geval is informatie uit die strafkaart ongeoorloofd voor de partner, behalve natuurlijk het resultaat van de strafkaart zelf.
- Hij is opnieuw toegevoegd aan de hand. Nu is alle informatie uit die strafkaart ongeoorloofd voor de partner (maar geoorloofd voor de leider).
- Opmerking 2: Artikel 50D.
Wekowijzer 113 2009
Terug
Merk op dat in geval van strafkaarten bij beide tegenspelers de mogelijke voorspeelbeperkingen veroorzaakt door partner prioriteit heeft boven degene veroorzaakt door zijn eigen strafkaart.
Voorbeeld:
De linkertegenstander moet voorspelen en heeft B als strafkaart terwijl zijn partner 7 als grote strafkaart heeft. De leider verbiedt nu het voorspelen van schoppen. Dit betekent dat 7 weer in de hand wordt opgenomen, dat de linkertegenstander zijn strafkaart niet mag voorspelen en dat zolang hij aan slag blijft de B ook niet in de volgende slag(en) mag spelen.
Als de leider eist om een schoppen voor te spelen, gaat de 7 terug in de hand en moet de linkertegenstander B spelen. Als de leider geen gebruik maakt van de opties in verband met het feit dat 7 een grote strafkaart is, moet de linkertegenstander B spelen en de rechtertegenstander de 7. Het is noodzakelijk dat de WL al deze consequenties van de strafkaarten uitlegt.
- Opmerking 3: Artikel 50E.
Wekowijzer 113 2009
Terug
De wetenschap dat een strafkaart gespeeld moet worden bij de eerste reglementaire mogelijkheid, is geoorloofde informatie voor beide partijen en heeft een opmerkelijke consequentie.
- Voorbeeld 1: De leider speelt 4. Als de linkertegenstander HVB5 heeft en de rechtertegenstander A als strafkaart (uitkomst uit de verkeerde hand) en de leider verbiedt de uitkomst niet, mag de linkertegenstander 5 spelen. Hij mag nu gebruik maken van de informatie dat zijn partner Ax lijkt te hebben. Als dit resulteert in een extra slag voor de verdediging kan de WL zijn vrijheid van handelen zoals beschreven in artikel 12A1 gebruiken om de score aan te passen.
- Voorbeeld 2: Oost kwam voor de beurt uit met A. Deze uitkomst beloofd bij dit paar de H. Dat is informatie rond de strafkaart. Uitkomst wordt niet geaccepteerd. Dus A wordt grote stratkaart.
De informatie dat de strafkaartbezitter ook H heeft mag partner gebruiken zolang A op tafel blijft liggen.
Als leider nu geen eisen stelt blijft A liggen , en mag partner met bv Vx met V voorspelen. Ook als zonder deze informatie een andere kaart meer voor de hand zou liggen.
Stelt leider de eis dat tegenspeler verpicht in harten voor moet spelen dan gaat A terug in de hand en mag partner nu NIET de informatie gebruiken dat overtreder A en H heeft.
Is de niet-overtredende benadeeld door de overtreding en het resultaat anders zou zijn indien geen onregelmatigheid zou zijn geweest dan mag de arbiter het resultaat aanpassen.